KeyGene en WUR sluiten aan bij bananenprogramma
Geplaatst op 04 september 2020
Dit is van levensbelang voor Afrikaanse boeren en gemeenschappen, omdat bananen een belangrijke voedingsbron zijn binnen het plaatselijke dieet.
De deelname van WUR en KeyGene wordt gefinancierd door de Bill & Melinda Gates Foundation. Het internationale onderzoeksprogramma ABBB wordt gecoördineerd door het International Institute of Tropical Agriculture (IITA).
Panamaziekte
De banaan is een van 's werelds belangrijkste levensmiddelen en handelsgewassen in de tropische en subtropische regio's. In Europa en Noord-Amerika worden bananen vooral als lekker en gezond tussendoortje genuttigd. Eén van de bekendste bananenrassen is de Cavendish. Zo'n 95% van de internationale handel in bananen, en de helft van de wereldwijd geproduceerde bananen, behoort tot deze soort.
Momenteel wordt de banaan bedreigd door de onlangs geďdentificeerde Fusarium soort, ook wel bekend als Tropical Race 4, of TR4. Deze schimmel is dodelijk voor vele banaangenotypen, waaronder de Cavendish-banaan, en veroorzaakt de ziekte fusarium wilt of banana (FWB), ofwel de beruchte Panamaziekte. Deze ziekte verspreidt zich wereldwijd met een zorgwekkende snelheid, op een soortgelijke wijze als de eerste zogeheten Race 1 epidemie. Deze epidemie verwoestte in de jaren vijftig van de vorige eeuw de gehele oogst van de destijds gewilde Gros Michel banaan in Midden-Amerika.
Versnelde veredeling van betere bananen
Het ontwikkelen van betere rassen is duur, tijdrovend en vereist een flinke hoeveelheid land. Om deze reden is het internationale onderzoeksprogramma ABBB gelanceerd, met financiële steun van de Bill & Melinda Gates Foundation en op initiatief van het International Institute of Tropical Agriculture (IITA). Het Accelerated Breeding of Better Bananas programma richt zich op het verbeteren van de productie en het productievermogen van de banaan in de Oost Afrikaanse hoogvlakten. Dit gebeurt door middel van veredelingsprogramma's voor de ontwikkeling van nieuwe bananenrassen en het verbeteren van plaatselijke teeltsystemen en gewasbescherming.
WUR en KeyGene nemen vanaf nu deel aan het ABBB-programma, en dragen daarmee unieke technologie, kennis, expertise en onderzoeksfaciliteiten bij aan het programma. WUR en KeyGene werken al vijf jaar samen op het gebied van onderzoek naar bananen, elk met hun eigen expertise en technologie.
Indicatoren
Het gezamenlijke WUR/KeyGene team zal beginnen met het ontwikkelen van zogeheten moleculaire merkers, waarmee Afrikaanse bananenveredelaars op effectievere wijze bananenrassen kunnen ontwikkelen die resistent zijn tegen TR4. Door middel van deze merkers kunnen de veredelaars zaailingen selecteren waarvan een DNA test aangeeft dat de plant resistent is tegen TR4. Hiermee wordt de effectiviteit van de veredelingsprogramma's aanzienlijk verbeterd.
Het team zal vervolgens de genen identificeren die de bananenplanten resistent maken tegen TR4 en tegen Race 1, een vereiste voor nieuwe bananenrassen. "We zijn zeer verheugd dat we KeyGene's expertise in DNA-technologie, bio informatica en de ontwikkeling van indicatoren kunnen inzetten om resistente rassen te ontwikkelen van een gewas dat zo cruciaal is voor de voedselvoorziening en het inkomen in Afrika", aldus Anker Sřrensen, Vicepresident New Business en coördinator bananenonderzoek bij KeyGene.
Effectoren
Eerder onderzoek heeft aangetoond dat de zogeheten Race 1 bestaat uit een samenhangend geheel van verschillende Fusariumsoorten, en dat TR4 feitelijk biologisch gezien een aparte soort is. De schimmels gebruiken waarschijnlijk effectoreiwitten, die het immuunsysteem van de plant verstoren en daarmee essentieel zijn voor zowel de ziekteverwekker als de weerstand van de plant daartegen.
"Het Fytopathologie Lab bij WUR heeft een gedegen bewezen expertise in het identificeren en bestuderen van effectoreiwitten. We zijn er trots op dat we onze kennis en onderzoeksexpertise nu kunnen inzetten ter ondersteuning van de bananenveredeling in Afrika," zegt Gert Kema, hoogleraar Tropische Fytopathologie bij WUR.
Bron: Goedemorgen