Periodiek verrekenbeding: puzzelen met erfenis
Geplaatst op 24 mei 2024
Was het maar zo eenvoudig. Iemand overlijdt en je verdeelt wat die persoon nalaat onder de erfgenamen. In sommige gevallen, zonder huwelijk of geregistreerd partner en alleen met kinderen, is dat ook zo. Al kan je ook in die gevallen tegen behoorlijke problemen oplopen.
Maar het wordt pas echt puzzelen als jouw ouder overlijdt, hij of zij (opnieuw) getrouwd was of een geregistreerd partnerschap had én er een periodiek verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden een periodiek verrekenbeding staat. Wat staat je als kind (erfgenaam) dan voor een ingewikkelde puzzel te wachten?
Wat is een periodiek verrekenbeding?
In het algemeen gaat het om een afspraak waarin staat dat het geld dat samen bij de echtgenoten binnenkomt, na aftrek van de uitgaven in dat jaar, wordt verdeeld. Ieder voor de helft. Dit gaat vaak samen met een andere afspraak, namelijk dat er geen gemeenschap van goederen is, of alleen iets specifieks, bijvoorbeeld een huis. Elke partner blijft dus eigenaar van eigen spullen.
VOORBEELD 1 periodiek verrekenbeding:
Echtgenoot A heeft in een bepaald jaar € 40.000,= aan inkomsten.
Echtgenoot B heeft in dat jaar € 60.000,= aan inkomsten.
A en B geven samen over dat jaar € 50.000,= uit.
In totaal zijn de inkomsten dus € 100.000,= en de uitgaven
€ 50.000,= dus blijft er ook een bedrag van € 50.000,= over.
Volgens het periodiek verrekenbeding zou die overgebleven € 50.000,= dus moeten worden gesplitst, waardoor allebei de echtgenoten € 25.000,= aan hun eigen vermogen toevoegen.
De praktijk is heel anders; periodiek verrekenbeding wordt nauwelijks uitgevoerd
Maar: bijna niemand voert zo’n periodiek (in dit geval: jaarlijks) verrekenbeding uit. Het is in de praktijk lastig om dat helemaal uit te werken. Voor die situatie heeft de wetgever daarom een vuistregel gemaakt: Als jouw ouder niet periodiek heeft verrekend, moet al het aanwezige vermogen van echtgenoot A én echtgenoot B alsnog achteraf worden verdeeld en zo, dat elke partner daarvan de helft krijgt. Het is dus niet zo dat echtgenoot A en echtgenoot B alsnog samen eigenaar worden van wat ze hebben, maar wel dat ze elkaar nog wat moeten betalen.
VOORBEELD 2 periodiek verrekenbeding:
Nog een voorbeeld hoe een periodiek verrekenbeding werkt.
De totale waarde van het vermogen van echtgenoot A en echtgenoot B is één miljoen euro.
Echtgenoot A heeft een vermogen van € 400.000,= en echtgenoot B heeft een vermogen van € 600.000,=.
In dat geval moet echtgenoot B dus in principe volgens de vuistregel € 100.000,= aan echtgenoot A betalen.
Uitzonderingen periodiek verrekenbeding
De vuistregel in de wet is niet in beton gegoten. Als je als erfgenaam alsnog kunt bewijzen dat een bepaald deel van het vermogen buiten de verrekening valt. Zoals:
- Een spaarrekening die een van de echtgenoten al voor het huwelijk of het geregistreerd partnerschap had en waarop geen geld is bij- of afgeschreven
- Een huis van een van een van de echtgenoten dat voor het huwelijk of geregistreerd partnerschap is verkocht en waarvan de opbrengst in iets anders is geïnvesteerd.
Immers moeten vaak alleen de inkomsten worden verrekend en niet vermogen dat een van jouw ouders al had of in ander vermogen heeft omgezet.
Wat betekent een periodiek verrekenbeding voor jou als kind na het overlijden van jouw ouder?
Je snapt dat onze praktijk vol zit met puzzels als het gaat om het verrekenen op grond van huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden. Als jouw hertrouwde ouder overlijdt, moet er eerst worden verrekend op grond van die voorwaarden en kun je pas daarna vaststellen op welk bedrag uit de erfenis jij als erfgenaam recht hebt. Je staat daar wellicht niet bij stil en wordt misschien verrast door deze afspraak. Dit is ook niet eenvoudig, en het zorgt voor grote verschillen in de uitkomsten. Let dus op dat die verrekening goed wordt toegepast. Want anders zorgt deze erfrechtelijke puzzel voor veel hoofdpijn.
Bron: RWV Advocaten