Vooral hogere werkloosheid onder jongeren en flex
Geplaatst op 16 oktober 2020
De werkloosheid is flink gestegen. De werkloosheid is sinds februari opgelopen van 2,9% van de beroepsbevolking (15-75 jaar) naar 4,4% in september (413 duizend personen). Die oploop komt vooral door minder vraag naar personeel en is nauwelijks te wijten aan de afname van het arbeidsaanbod. Per saldo zijn nauwelijks meer mensen gestopt met het zoeken naar een baan. Dit blijkt uit het feit dat de arbeidsparticipatie (het aandeel mensen dat een baan heeft en/of zoekt) niet zoveel veranderde (bruto 71,1% in september tegenover 71,4% in februari), terwijl er wel veel meer mensen aan de kant kwamen te staan.
Werkloosheid iets sterker gestegen onder vrouwen
De werkloosheid steeg sinds het coronavirus iets sterker onder vrouwen (+1,7%-punt) dan onder mannen (+1,3%-punt). Dit verschil tussen mannen en vrouwen komt voor een deel door een verschillende ontwikkeling in de bereidheid en beschikbaarheid om te werken. Er zijn nu meer vrouwen die willen werken en op korte termijn beschikbaar zijn, terwijl onder (met name jonge) mannen de (bruto)arbeidsparticipatie juist lager is dan in februari. Mogelijk steeg de arbeidsparticipatie van vrouwen om tegenvallend inkomen van de partner te compenseren (het "added worker effect"). Daarnaast speelt - los van de huidige crisis - de trend dat oudere generaties vrouwen, die niet vaak wilden werken, worden opgevolgd door nieuwere generaties vrouwen met een hogere bereidheid om te werken.
Naarmate het opleidingsniveau hoger was, steeg werkloosheid minder sterk. Het opleidingsniveau maakt iets meer uit dan het geslacht. De werkloosheid van hoogopgeleiden steeg met 0,3%-punt (van 2,2% in het vierde kwartaal van 2019 naar 2,5% in het tweede kwartaal van 2020), terwijl de stijging onder laagopgeleiden 0,9%-punt bedroeg (van 5,8% naar 6,7%). Een dergelijk verschil is zowel onder mannen als vrouwen zichtbaar. Doordat lager opgeleiden minder schaars zijn dan hoger opgeleiden, hebben zij een minder sterke positie op de arbeidsmarkt. Mede daarom hebben ze veel vaker (31% vs. 13%) een flexibel contract, dat makkelijker kan worden beëindigd. Bovendien kunnen lager opgeleiden vaker aan de kant worden gezet, omdat zij minder specifieke vaardigheden en kennis hebben die bij ontslag definitief verloren gaan.
Jongeren hard geraakt: bijna 11% zonder baan
De verschillen naar leeftijd zijn nog veel groter. Het zijn vooral de jongeren (15-25 jaar) die werkloos zijn geworden: onder hen steeg de werkloosheid met 4,4%-punt (van 6,3% in februari naar 10,7% in september). Deze stijging is bijvoorbeeld veel groter dan onder de 45- tot 75-jarigen (+1,1%-punt). Kijken we naar de combinatie leeftijd en geslacht, dan blijkt de werkloosheid het sterkst te zijn opgelopen (4,5%-punt) onder jonge mannen (15-25 jaar). Maar ook jonge vrouwen zijn nu veel vaker (4,4%-punt) werkloos. Daaruit mogen we concluderen dat het dus eerder de leeftijd dan het geslacht is dat bepalend was voor de kans op werkloosheid tijdens de eerste fase van deze crisis. Jongeren hebben immers vaak minder werkervaring en verworvenheden zoals een vast contract.
Een flexibel contract blijkt erg belangrijk bij de kans op werkloosheid. Als we kijken naar de meest recente data van de werkgelegenheid in personen naar arbeidsrelaties, dan blijkt dat de daling van het aantal werkenden bijna volledig heeft plaatsgevonden onder werknemers met een flexibele arbeidsrelatie. Jongeren hebben veel vaker (61% vs. 18% voor 25-45-jarigen) een flexibel contract dan oudere leeftijdsgroepen en zijn daarom dus tot dusver sneller getroffen door werkloosheid. Dit geldt ook voor vrouwen en lager opgeleiden, hoewel in veel minder mate dan voor jongeren.
Ook vaste contracten worden geraakt
De coronacrisis heeft in eerste instantie dus vooral werknemers met een flexibel contract hun baan gekost en dat waren vaak jongeren. Veel bedrijven zijn nog steeds aan het reageren op de flinke economisch dip in het tweede kwartaal. Zodoende kunnen we nog meer faillissementen en reorganisaties verwachten. Ook zullen de nieuwe contactbeperkende maatregelen van 13 oktober de groei nu tijdelijk afremmen en daarmee de personeelsvraag drukken. ING-econoom Marcel Klok "De werkloosheid gaat naar verwachting verder oplopen richting 6% in 2021. Dat zal deze niet beperkt blijven tot alleen de kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt met een flexibel contract zoals de jongeren. Ook werknemers met een vast contract kunnen de komende tijd getroffen worden."
Bron: Goedemorgen