Weerbare komkommer start met gezonde wortels
Geplaatst op 11 juni 2021
Een tweede teelt start op een minder schone mat. De pythiumdruk is dan ook altijd hoger. Koot wijst op de goede resultaten van ASPERELLO T34 Biocontrol. "Deze biologische fungicide kan al bij de plantenkweker aan het substraat worden toegevoegd. Het maakt de nog fragiele worteltjes minder kwetsbaar voor Pythium. Als de teler zelf ook zijn matten voordruppelt, gaan de jonge planten sterker van start en ontwikkelen ze een gezond wortelpakket. We adviseren de behandeling na 8 tot 12 weken te herhalen."
Roofmijten tegen spint
De basis is gelegd. Nu verschuift de aandacht naar boven de mat. Spint is een terugkerend probleem. Koot: "Overgebleven spint uit de eerste teelt kun je preventief aanpakken met Californicus-Breeding-System. Hang de zakjes vooral ter hoogte van de gevels en betonpaden. Dat zijn namelijk precies de plekken waar spint graag schuilt. In het gewas zelf zijn montdorensis of swirskii de beste bestrijders. Beide roofmijten kunnen los of in zakjes uitgezet worden en pakken spint effectief aan. En kom je tijdens de teelt nog spintplekken tegen, dan biedt Phytoseiulus-System uitkomst. Deze roofmijt blinkt uit in vraatzucht en bestrijdt haarden snel en grondig. Naast de roofmijten bewijst ook de galmug Feltiella-System doorlopend zijn meerwaarde in komkommer. De larven van Feltiella verorberen spint in elk ontwikkelstadium."
Extra voeding
Omdat roofmijten in een komkommergewas weinig voedsel hebben, is het verstandig om het voedingssupplement Nutrimite toe te passen. Het advies is om één week na het uitzetten van roofmijten Nutrimite te verblazen en dat regelmatig te herhalen om een goede populatie roofmijten te bekomen. Zijn er voldoende plaaginsecten aanwezig, dan kan het bijvoeren afgebouwd worden.
In actie tegen bladluis
Net zoals op tijd begonnen moet worden met de spintbestrijding, is er nu ook al actie geboden tegen bladluis. "Sinds het wegvallen van Plenum kiezen telers vaker voor biologische controle met sluipwesp colemani (Aphidius-System) en galmug aphidoletes (Aphidoletes-System). De insecten vullen elkaar aan en kunnen daarom goed naast elkaar geďntroduceerd worden. Start daar ook tijdig mee. Voor beide bestrijders geldt: de vrouwelijke exemplaren zoeken actief naar bladluishaarden om hun eieren te leggen. Wanneer deze eieren uitkomen, eten de larven de bladluizen op."
Stinkwants onderweg
Tot slot vraagt de adviseur telers nauwkeurig te scouten op stinkwants. "We hebben al de eerste meldingen binnen van dit plaaginsect in komkommer. Biologische oplossingen tegen stinkwants zijn er nog niet. Vroeg signaleren en lokaal aanpakken is vooralsnog de beste methode om het biologisch evenwicht te behouden.
Bron: Goedemorgen
Meer nieuws