Witte vlieg altijd op de loer

Witte vlieg is een probleem dat elk jaar groter lijkt te worden en een plaag waarvoor nog geen waterdichte oplossing is gevonden. Daarom is het opletten geblazen en is een stappenplan van hygiëne, gewasbespuitingen, vangsystemen en nuttige insecten en mijten, de enige aanpak om te voorkomen dat deze plaag het gewas in zijn greep houdt.

Kordaat
Bij het opzetten van een nieuwe doorteelt moeten telers kordaat optreden tegen witte vlieg. Zelfs nu de omstandigheden deze zomer niet eens zo gunstig zijn voor witte vlieg, ligt het gevaar op de loer. Ineens duikt hij op, de ontwikkeling gaat razendsnel; binnen no time zit een gewas onder. Met een combinatie van maatregelen kan de populatie worden onderdrukt. Biobest-adviseur Arno Hellemons drukt iedereen op het hart om direct na het planten de eerste bespuiting uit te voeren en daarná pas de veen- of kokosresten van het planten op te ruimen.

"Als het gewas nog weinig blad heeft, is witte vlieg nog goed te raken via een gewasbespuiting, met PREFERAL en/of Protac SF. Deze middelen kunnen worden toegepast tot aan de eerste bloeiperiode. Als na 7 tot 10 dagen de planten wat voller in het blad staan, kunnen roofmijten worden ingezet, zoals Swirskii-System en Limonicus-System, om de witte- vlieg-populatie in te perken. Ze voeden zich met de eitjes en larven van witte vlieg. Biobest biedt daarbij de mogelijkheid om de roofmijten te voeren met NutrimiteTM voor een snellere vestiging."

Urgenter
De schade wordt met name aangericht door de larven. Die zuigen aan de bladeren en scheiden plakkerige honingdauw uit. Als dat op grote schaal gebeurt, wordt de fotosynthese verstoord, komt de gewasontwikkeling in het gedrang, treedt bladschade op en wordt de ontwikkeling van vruchten geremd, wat productieverlies inhoudt. Voor een doorteelt is snel optreden tegen witte vlieg zo mogelijk nog dringender dan voor een andere teelt. "Het is belangrijk om voldoende fotosynthese te houden omdat het een dubbele teelt is. De planten blijven de winter staan om in het voorjaar opnieuw in productie te gaan. Daarom is het des te belangrijk om de plaagdruk zo laag mogelijk te houden", aldus Hellemons.

Bron: Goedemorgen